zaterdag 31 december 2011

Toon Tellegen - Zomer Winter

Zomer - Winter

De zon schijnt.
De hemel bloeit.
Mensen kijken omhoog, gaan op hun tenen staan,
klimmen op elkaars schouders en plukken God.
"God is mooi", zeggen ze, "mooier dan ooit".
Ze zetten hem in vazen
op hun tafels en voor hun ramen,
En God bloeit en geurt
een middag en een avond -
dan leggen ze hem tussen de bladzijden van een schrift,
onder een ijzeren gewicht
voor later, in de winter, als er niemand is.

vrijdag 25 november 2011

Orde vs Chaos

Orde v.s. Chaos

Dilemma’s vervagen

Leven op orde

Problemen komen

Chaos verschijnt


Praten wordt orde

Verzwijgen blijft chaos


Gesprek met jou

Verheldert het beeld

Verbergen van gevoel

Knaagt


De duidelijkheid van jou

Nestelt zich in mijn hoofd

Je vraagt je af of het door komt?

Telkens in mijn gedachten.

zaterdag 1 oktober 2011

'Hoe gaat het?'

Een verhaal van Toon Tellegen. Schets van voorgaande verhaaltjes uit het boek: De krekel krijgt een zwaar gevoel in zijn hoofd, en er wordt gesteld dat hij somber is. Die somberheid draagt hij overal mee, en hij doet eigenlijk niks meer.


*Laat in de ochtend kroop de krekel onder zijn bed uit, zette zijn tafel, zijn stoelen en zijn kast overeind en legde zijn muts en zijn andere eigendommen weer op de planken aan zijn muur.
Hij ging aan tafel zitten en begon een brief te schrijven.

Beste tor,

schreef hij. Hij kneep zijn ogen dicht en dacht na.

Plotseling hoorde hij lawaai. Hij keek op. Woorden drongen zijn kamer binnen. Ze kwamen door het raam, door de kieren in de muur en onder de deur door. Ze waren klein, droegen zwarte jassen en holden achter elkaar aan. 'Met' en 'mij' zag hij, en 'gaat' en 'het' en 'goed'. Ze gingen aan de ene kant van de kamer staan.

Aan de andere kant van de kamer zag hij 'ik' en 'ben' en 'heel' en 'somber', die blijkbaar door een gat in het dak waren gekomen. Ze waren iets groter en droegen ook iets zwartere jassen.

De krekel kon zich niet verroeren. Voor hem lag de brief met Beste tor.

De woorden stampten drie keer op de grond en stormden toen op elkaar af. Midden in de kamer grepen ze elkaar beet, sleurden elkaar naar de grond, trapten elkaar, krabden elkaar en probeerden elkaar te verscheuren. Stof wervelde op en de krekel hoestte.

Pas na lange tijd ging het stof weer liggen en werd het stil. De kleine woorden hadden gewonnen, ook al zaten ze onder de schrammen en krassen en waren hun jassen gescheurd. De grote woorden hadden verloren. 'Ik' was gebroken, 'ben' lag in twee stukken onder een stoel, 'heel' hing dubbelgevouwen aan een spijker in de muur en 'somber' stond verkreukeld en ondersteboven in een hoek.

De kleine woorden sloegen het stof van hun jas, tilden de overwonnen woorden op en smeten ze uit het raam. Met doffe klappen vielen ze buiten op de grond. 'Au' hoorde de krekel mompelen. Dat is vast 'ik', dacht hij.

'Met', 'mij', 'gaat', 'het' en 'goed' bleven in de kamer achter. Ze sloegen de krekel op zijn schouders, trokken hem overeind, gooiden hem in de lucht en vingen hem weer op.
'Goed' ging op het hoofd van de krekel staan, 'gaat' en 'het' klommen op zijn rug en 'met' en 'mij' hingen aan zijn vleugels. 'Vliegen!'riepen ze. 'Vliegen!'
De krekel sloeg zijn vleugels uit, ssteeg een klein eindje op en viel met een plof op de grond.

'Ach...' riepen de woorden teleurgesteld. Ze stapten van de krekel af en klommen op het papier, onder Beste tor. Ze gingen naast elkaar staan en zeiden: 'Dan maar zo.'
De wind stak op, blies door het raam naar binnen, greep de brief en sleurde hem mee. 'Maar..' riep de krekel nog. Het was te laat. De brief vloog al hoog in de lucht.

De krekel bleef de hele middag op de grond liggen. Het sombere gevoel sprong in zijn hoofd heen en weer en sloeg op zijn slapen, uur na uur.
Aan het eind van de middag blies de wind een brief naar binnen. Voor de neus van de krekel viel hij op de vloer.

De krekel las:

Beste krekel,
Met mij gaat het ook goed.
De tor


Toen begon de krekel te huilen. Grote stromen tranen vloeiden langs zijn wangen en langs zijn vleugels en zijn voelsprieten en zijn voeten. Zijn ouders schokten. Het was de treurigste brief die hij ooit had gelezen.

~

De krekel liep naar het huis van de tor. Het was in het begin van de avond. Hij klopte op de deur.
'Ja,' zei de tor.
'Ik ben het, de krekel,' zei de krekel. 'Zal ik binnenkomen?'
'Ja,' zei de tor. De krekel stapte naar binnen.
Ze knikten naar elkaar en sloegen toen hun ogen neer.
'Ik heb je die brief geschreven..' zei de krekel.
'Ja,' zei de tor.
Even was het stil.
'Het gaat níét goed met mij,' zei de krekel.
'Met mij ook niet,' zei de tor.

(...)
(c) Toon Tellegen


Deze twee verhaaltjes komen samen uit het boek 'De genezing van de krekel'. Eerst wilde ik alleen het eerste verhaal doen, maar de kern van waarheid kwam juist ook in het tweede verhaaltje.

Sommige mensen praten met grote woorden, en sommigen met kleine woorden. Sommige mensen vertellen wat er echt is, en sommigen doen dat (soms) niet.
Zie hier de kern. Doordat wij het allen (soms/vaak) niet doen, zitten we (soms/vaak) elkaar maar gewoon voor te liegen.
Het eerste verhaal zou namelijk aan te vullen zijn met een stuk over de krekel, die bijvoorbeeld jaloers is op de tor, want met de tor gaat alles wel goed.. Miscommunicatie all the way. :)

Dus mensen, vertel hoe je je echt voelt als iemand vraagt hoe het gaat. Maar het is ook menselijk om liever grote woorden te gebruiken bij konijnen, dan bij leeuwen. :) Als je begrijpt wat ik bedoel.

zaterdag 17 september 2011

Nieuw woord in vocabulaire.

Mijn Facebook is veranderd. Dan zou je zeggen: Ja goh, er komen telkens nieuwe features op Facebook, dat verandert continu. Maar het gaat meer om een woord. Er zit een nieuw woord in mijn vocabulaire op Facebook, en in het echt, namelijk: ‘Ichthus’.

Hoe komt dat nieuwe woord in mijn vocabulaire? Dit komt door eindelijk doen wat ik vorig jaar al wilde doen. Meerdere malen is tegen mij gezegd: ‘Yentl, jij moet naar Ichthus! Dat past bij jou, ik weet zeker dat jij dat leuk vindt!’ En ik maar denken ‘Ja, maar studentenvereniging.. dan moet ik super sociaal gaan doen, en naar allemaal feesten, et cetera!’ (in andere woorden: bangeschijterd). Dus noemde ik telkens als excuus ‘Ja, maar dan moet ik de laatste trein naar Gouda hebben, dat gaat echt niet werken..’. Prachtig, (bijna) iedereen was het met me eens . Behalve een oud-docent van mij. Telkens weer, als ik noemde dat ik zo weinig sociale dingen verder in mijn vrije tijd deed: ‘Tja, had je maar bij Ichthus moeten gaan he. Had je maar, had je maar..!’

En inmiddels begon ik ook te denken ‘Had ik maar, had ik maar..’.

Toen bij mijn studie (ALPO) bleek dat ik een negatief studieadvies zou krijgen (wat uiteindelijk niet waar bleek), moest ik een nieuwe studie gaan zoeken. Na wikken en wegen werd dat Pedagogische Wetenschappen. Gevolg hiervan was dat in mijn hoofd gedachten rondgingen: ‘Nieuwe mensen, oh help.. Weer allemaal nieuwe mensen leren kennen..’. Daarnaast vertrok ik met mijn ouders ook uit mijn kerk, waardoor ik nu ‘kerkloos’ ben, en dus eigenlijk ook wel een nieuwe kerk wil. Hier zou ik dus óók nieuwe mensen moeten leren kennen. Toen sprak ik mijn oud-docent weer eens: ‘Goh Yentl, dit jaar ga je wel bij Ichthus hé?’. Ik had al zoveel nieuwe dingen voor mijn gevoel. Studie, kerk.. De briljante gedachte kwam toen op: ‘Het maakt dan niet meer uit!’. Ik ben dan zo druk bezig met allemaal nieuwe mensen leren kennen, dat Ichthus er ook nog makkelijk bij kan. En als iedereen gelijk heeft dat Ichthus zo bij mij past, dan zal dat wel soepel gaan.

Zo gezegd, zo gedaan. Na een introductieweek van de studie mag je dan de introductieweek van Ichthus doen. Op zondagavond, voordat ik naar mijn kamer terug ging, zat ik toch wel in spanning om al die nieuwe mensen. En dan kom je op maandagavond daar bij Ichthus, kriebels in je buik (die denk ik stiekem elke nuldejaars wel had).. En het is super gezellig! Klinkt zo heerlijk cliché, maar ik heb er geen andere woorden voor. Iedereen zat lekker hutjemutje op elkaar, en ja, als je niet met elkaar praat, is het saai. Maar iedereen praat met elkaar, probeert de namen te leren. En ik heb nog nooit iemand zo erg zijn best zien doen om alle namen te weten, behalve de eerstejaarscommissie! Wauw. Als je op dinsdag weer binnenkwam, was het ‘Hoi Yentl!’. (En dan sta je zelf met je mond vol tanden, omdat je de naam van de ander niet meer weet..)

Juist die persoonlijkheid, die vriendelijkheid en gezelligheid maakt dat je je direct thuis voelt. Samen met een ander meisje heb ik het hier over gehad, of het nou bij Ichthus een ander soort mensen zijn of iets dergelijks. Maar ook zij zijn mensen. Alleen opener. Socialer. Meer gericht op het contact (en natuurlijk stiekem ook op het werven van leden!)

Kortom, het woord ‘Ichthus’ zal zeker nog vaker voorkomen op mijn Facebook en hopelijk komt het ook heel vaak in het echt voor.

- Zie dit niet als een PR-praatje, maar gewoon als iets wat ik wilde delen. :) -

zaterdag 9 juli 2011

Nee

Nee

Nee was een klein woord,
een onbeduidend woord.

Het luisterde naar de grote woorden:
Ja en Wij en Altijd.

Het bestudeerde de kruimels van hun gedachten,
die zij van hun tafel lieten vallen.

Het was geen dom woord.

Op een dag kroop het naar de keuken,
klom op het aanrecht,
greep een mes
en at het op.
(Woorden kunnen dingen eten.)

Het was nog steeds een klein woord,
maar geen onbeduidend woord -dat nooit meer-

en het ging terug naar de kamer,
zat onder de tafel
en luisterde.

(c) Toon Tellegen - Er ligt een appel op een schaal.

zaterdag 28 mei 2011

Van me af schrijven.

Een negatief B(indend) S(tudie)A(dvies), drie letters met een + of een -, maar ze bepalen je hele studie.

Stel:
We hebben Eva. Eva is een vroege leerling, maar doet het helemaal goed op de basisschool. Na een SoVa-training (Sociale Vaardigheden) komt Eva los en is het een super leuke meid die met bijna iedereen om kan gaan. Met een goede CITO-score mag ze als uitzondering op de regel naar het gymnasium. Heel leuk, grote uitdaging. Vier jaar lang haalt Eva goede cijfers, voor opdrachten en voor toetsen. Ze staat bekend als degene die altijd alles gemaakt heeft. Sommige jongens zorgen dat ze naast haar zitten, want zij heeft altijd haar huiswerk gemaakt.
Als Eva in de vijfde komt, gaat het al mis. De eerste toetsen gaan slecht en de verkeerde basis is gelegd. Zo gaat het heel het jaar door, en het imago ‘altijd alles gemaakt’ gaat ook niet meer op voor Eva. Dit vervolgt zich nog in de zesde. Als een docent vraagt wat er toch is, dat hij Eva zo niet kent, weet Eva geen antwoord. Ze weet alleen te zeggen: ‘Ik weet niet goed hoe ik die grote hoeveelheden moet leren.’ * Hier wordt niet echt op doorgegaan of doorgevraagd, dus Eva gaat gewoon door. Ze haalt haar centraal examens met een reeksje vijven, en uiteindelijk 1 vijf op haar eindlijst.
Zonder heel veel open dagen te bezoeken, kiest Eva voor een uitdagende, universitaire lerarenopleiding. Ze wordt aangenomen en alles is top. Ze zit in een perfecte klas, met allemaal leuke meiden. De leuke jongens zijn helaas schaars, maar Eva vermaakt zich wel.
Maar dan… Eerste tentamenweek. Een dik boek. Bij de hele klas klinkt: ‘Ik had eerder moeten beginnen met lezen.’ Ook bij Eva. Eva haalt een 5.2 Maar helaas, je moet een 5,5 hebben om als voldoende gezien te worden. Gelukkig mag ze herkansen, maar dit vindt twee weken na het tentamen plaats. Juist in een week met allemaal drukke dingen, Sinterklaas enzovoort. Eva haalt een 4.4, nog lager dan eerst. Hier vliegen dus 7,5 EC (studiepunten) al weg.** Het besef van de grootte van dit aantal is er bij Eva nog niet echt. Ze gaat gewoon relaxt verder.
Elke student kreeg post. Post van de universiteit. Post van de hogeschool. Positieve post, of negatieve post. Het zogenaamde ‘Tussentijdse studieadvies’ was rondgestuurd. Veel mensen kregen een onterechte waarschuwing door wazige fouten in het systeem. Eva’s post was negatief. ‘Als ze zo door ging, kreeg ze aan het eind een negatief studieadvies.’ Niet alleen voor Onderwijskunde, maar ook voor de PABO. Dan zit je wel even op je stoel van ‘Oh..’. Maar Eva ging door.
Blok 2 volgt en ook hier wordt weer geëindigd met een tentamenweek met drie tentamens. Een van de tentamens bestaat uit drie deeltentamens. Regel hierbij: Haal je voor 1 deeltentamen onvoldoende bij je herkansing, vervallen al je resultaten voor de andere deelresultaten en krijg je 3 EC niet.***
Terwijl een heel groot deel van de opleiding zakt op de herkansing van Aardrijkskunde, zakt Eva op de herkansing van Natuuronderwijs. Dat voelde vreselijk. Ook was dat niet het enige vak wat ze niet haalde op dat moment. Eva haalde ook onvoldoende voor een vak wat 2 EC waard was. ****
Het gevolg hiervan voor Eva was wel overduidelijk. Een negatief studieadvies in augustus voor de PABO én de ALPO. Top… Het begon ook steeds meer door te dringen. Studiegenootjes kwijt, leuke mensen kwijt. Op het moment voelde het alsof echt heel veel instortte. Dankzij lieve vriendinnen hield Eva netjes haar hoofd boven water, en diende ze een verzoek in bij de examencommissie.
Helaas, gelijkheid zorgde voor een afwijzing van het verzoek bij de commissie. Eva had hier begrip voor, ze was het eigenlijk eens met hun besluit. Meerdere mensen vonden dat ze nog bezwaar tegen het besluit aan moest tekenen. Dus, Eva ondernam actie en sprak de voorzitter van de commissie. Helaas, de aardige heer dacht dat het zeer weinig nut ging hebben. Dus Eva gaf het op en besloot wat anders te doen.

Eva is niet Eva, wat voor de mensen die mij kennen ook wel duidelijk is. Van je af schrijven werkt blijkbaar heel goed. Op een ritje naar school heb ik dit op zitten schrijven. (Ja, ik ga nog gewoon naar mijn studie, voor mijn schatjes en om 1 vak nog te halen) Ik was eerst begonnen met gebruik van mijn eigen naam. Werkte niet, heb heel veel door zitten krassen, dus ik koos een andere naam. Het werkt goed, om je eigen leven een beetje van je af te schrijven… Je leert er wat anders naar kijken. Ik ben niet van het complimentjes geven aan mezelf, maar als ik het zo lees, is het gewoon goed dat ik niet verder mag, en dat ik het ergens anders mag proberen.

Wil wel even melden dat ik mijn liefjes van mijn studie echt ga missen. Ik weet niet of ze het lezen, dit weten ze ook wel al. Maar toch. Ik zeg expres liefjes van mijn studie, omdat er ook liefjes in andere klassen zitten. Het is gewoon helemaal top. 

*Achteraf weten we niet zeker of Eva dit ook echt gezegd heeft of alleen maar gedacht.
** 7,5 studiepunt
*** 7,5 + 3 = 10,5 EC
**** 7,5 + 3 + 2 = 12,5 EC

dinsdag 17 mei 2011

Kind = kind, lalala.

Ik zie een kind als een kind. Een kind is geen volwassene, een kind hoeft geen keuzes te maken die voor hem of haar nog niet geschikt zijn. Een kind hoort te spelen, te genieten van het spel, genieten van: het zand door zijn vingers in de zandbak laten glijden, aan de verf op de verfkwast voelen, lachen om een omgegooide toren, als meisje en jongen nog leuk en normaal met elkaar omgaan, nog giechelen om de woorden poep en plas, de juf vertellen hoe lief je haar vindt, de spanning van groep 3, knutselwerkjes maken die zo simpel maar o zo leuk zijn, spelen met vriendjes die je vriendje niet meer zijn als ze één keer iets te hard knijpen, morgen gaan trouwen met je vriendin, want: waarom moeilijk doen? Je bent een kind, zo mag je zijn.
Waar is dat kind in ons? Ikzelf ben officieel nog niet volwassen, maar wel bijna. Ik weet wel: ik heb dat kind in me nog. Je zou me heel goed als speels en soms zelfs kinderlijk kunnen betitelen. Maar weet je, het maakt niet uit.
Kleuters komen naar mij toe om te vertellen over hun vriendje waarmee ze gaan trouwen, verlegen kinderen in mijn kring met 30 leerlingen durven toch wat te zeggen.
Nu bedoel ik dat niet om mezelf op te hemelen, maar een mens is niet voor niets kind geweest. Tuurlijk, het is een fase, je moet erdoorheen om groot te worden. Maar deze zorgt ervoor dat je jezelf kunt zijn.

Zoek dat kind in je. : )
Ouders met kinderen, ik ben van mening dat het werkt..! Speel mee, wees zelf ook een beetje kind. Leef je uit, laat al je strakke-pak principes eventjes varen en geniet zelf ook. Ik kan je garanderen, zonder literatuur, zonder bewijs en zonder citaten, dat het werkt. Je leert je kind beter begrijpen.

Klinkt leuk he, uit de mond van een nu nog 17 jarige.
Het is zinloos om te posten, maar dit heb ik om 12 uur 's nachts in een schrift lopen schrijven en ik vond het wel leuk om te posten.

Daag!

vrijdag 13 mei 2011

Daar denken.



Als ik aan jou denk,
denk jij dan aan mij?
Denken is wat iedereen doet.
Denken is wat iedereen kan.
Denken is mysterieus, geheim,
denken is onbekend.

Maar als ik hier ben,
ben jij daar.
Daar is waar ik niet ben.
Daar is waar ik niet weet,
waar daar is.
Daar is mysterieus, geheim,
daar is onbekend.

Het werkt zo niet, het gaat zo niet,
het komt niet bij elkaar.
Jij blijft hier, en ik blijf daar.

Foto: Jake Coco - https://www.facebook.com/jakecocomusic
(c) Yentl.

dinsdag 29 maart 2011

Tja.

Af en toe dan ben je het gewoon helemaal zat. Dan kropt alles zich op, barst je uit in tranen bij een volwassene die je gewoon positieve kritiek probeert te geven, en ben je gefrustreerd tot in je tenen.
Af en toe werkt het gewoon als een soort emmertje. Je eigen piekeren en problemen liggen op de bodem en vormen ongeveer 10 cm van de emmer die 40 cm hoog is, een negatief studieadvies plaatst zich bovenop je piekeren, van 10 centimeter, maar hierdoor stijgt je piekeren ook weer met 5 cm. Als je stage dan eigenlijk toch ook niet lekker loopt, vormt dit ook 10 cm van je emmer, maar ook hierdoor stijgt je piekeren met 5 cm. Uiteindelijk heb je een emmer met 20 cm piekerstof, 10% studie en 10% stage. Dit resulteert dus in frustraties, hoge sensitiviteit en chagerijnigheid.
Af en toe wil je gewoon even huilen (dat doe je dan natuurlijk ook, anders is het niet goed voor je).
Af en toe wil je gewoon ergens je frustraties kwijt. Een boksbal, een vriend, een fiets, noem maar wat..
Af en toe moet je toch weer glimlachen. Om al die lieve vriendinnetjes en vriendjes, die heel lief je helpen en proberen je piekeren te verminderen. (L) voor all of them.

- Dit is mijn kleine manier, van een beetje frustraties uiten. -

donderdag 24 februari 2011

Mier en eekhoorn

OP EEN OCHTEND KLOPTE DE MIER AL VROEG OP DE
deur van de eekhoorn
'Gezellig,' zei de eekhoorn.
'Maar daar kom ik niet voor,' zei de mier.
'Maar je hebt toch wel zin in wat stroop?'
'Nou ja... een klein beetje dan.'
Met zijn mond vol stroop vertelde de mier waarvoor hij gekomen was.
'We moeten elkaar een tijdje niet zien,' zei hij.
'Waarom niet?' vroeg de eekhoorn verbaasd. Hij vond het juist heel gezellig als de mier zomaar langskwam. Hij had zijn mond vol pap en keek de mier met grote ogen aan.
'Om erachter te komen of we elkaar zullen missen,' zei de mier.
'Missen?'
'Missen. Je weet toch wel wat dat is?'
'Nee,' zei de eekhoorn.
'Missen is iets wat je voelt als iets er niet is.'
'Wat voel je dan?'
'Ja, daar gaat het nou om.'
'Dan zullen we elkaar dus missen,' zei de eekhoorn verdrietig.
'Nee,' zei de mier, 'want we kunnen elkaar ook vergeten.'
'Vergeten! Jou?!' riep de eekhoorn.
'Nou,' zei de mier. 'Schreeuw maar niet zo hard.'
De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen.
'Ik zal jou nooit vergeten,' zei hij zacht.
'Nou ja,' zei de mier. 'Dat moeten we nog maar afwachten. Dag!'
En heel plotseling stapte hij de deur uti en liet zich langs de stam van de beuk naar beneden zakken.
De eekhoorn begon hem onmiddellijk te missen.
'Mier,' riep hij, 'ik mis j!' Zijn stem kaatste heen en weer tussen de bomen.
'Dat kan nu nog niet!' zei de mier. 'Ik ben nog niet eens weg!'
'Maar het is toch zo!' riep de eekhoorn.
'Wacht nou toch even,' klonk de stem van de mier nog uit de verte.
De eekhoorn zuchtte en besloot te wachten. Maar hij miste de mier steeds heviger. Soms dacht hij even aan beukennotenmoes, of aan de verjaardag van de tor, die avond, maar dan miste hij de mier weer.
's Middags hield hij het niet langer uit en ging hij naar buiten. Maar hij had nog geen drie stappen gedaan of hij kwam de mier tegen, moe, bezweet, maar tevreden.
'Het klopt,' zei de mier. 'Ik mis jou ook. En ik ben je niet vergeten.'
'Zie je wel,' zei de eekhoorn.
'Ja,' zei de mier. En met hun armen om elkaars schouders liepen zij naar de rivier om naar het glinsteren van de golven te gaan kijken.

(c) Querido; Toon Tellegen en Mance Post - Toen niemand iets te doen had.

woensdag 9 februari 2011

Kinderen

Uit één stuk leven ze nog
Niet zo verknipt, niet zo tweeslachtig asl wij
Volkomen thuis in hun lijf
Feilloos samenvallend met hun naam
En maar spelend, spelend,
alsof het de grootste ernst was.

(c) Hans Bouma